Ijsbergrekenen

GO! IJsbergdidactiek is geïnspireerd door het Freudenthalinstituut en de didactische, wetenschappelijk onderbouwde principes van Singapore Math. IJsbergdidactiek gebruikt de metafoor van de ijsberg, waarbij het zichtbare gedeelte slechts een klein deel is van het geheel. Op dezelfde manier begint het leerproces in ijsbergrekenen met concrete voorbeelden die levendig en tastbaar zijn voor leerlingen. Dit creëert een stevige basis waarop abstracte concepten kunnen worden opgebouwd. 

Wat is ijsbergrekenen?

In de eerste fase van ijsbergrekenen worden concrete materialen en manipulatie gebruikt om wiskundige concepten te introduceren. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld blokken, knikkers of andere objecten gebruiken om te tellen, te meten en patronen te ontdekken. Door deze hands-on ervaringen leren kinderen verbanden te leggen tussen concrete objecten en abstracte wiskundige symbolen.

Naarmate leerlingen vertrouwd raken met de concrete materialen, verschuift de focus geleidelijk naar de volgende fase, waarin visuele representaties worden geïntroduceerd. Diagrammen, grafieken en modellen worden gebruikt om wiskundige relaties te visualiseren en te begrijpen. Deze visuele representaties helpen leerlingen om verbanden te leggen tussen concrete situaties en abstracte wiskundige concepten.

Tot slot, in de laatste fase van ijsbergrekenen, worden leerlingen uitgedaagd om de wiskunde te begrijpen zonder te vertrouwen op concrete materialen of visuele representaties. Ze worden aangemoedigd om abstracte symbolen en formules te gebruiken om wiskundige problemen op te lossen. Door eerst een stevig fundament te leggen met concrete en visuele modellen, ontwikkelen leerlingen de vaardigheden en het begrip om abstracte wiskunde te kunnen hanteren.

Het ijsbergrekenen benadrukt het belang van het opbouwen van conceptueel begrip, in plaats van louter het uit het hoofd leren van regels en procedures. Het stelt leerlingen in staat om wiskunde te ervaren als een creatief proces van ontdekking en probleemoplossing, in plaats van een reeks abstracte formules en regels.

Digitaal en adaptief leren

Ijsbergrekenen start in onze school vanaf de eerste kleuterklas en loopt als één lijn door naar het zesde leerjaar. Vanaf het vierde leerjaar, kiezen we ervoor om kinderen volledig digitaal te laten oefenen. Hierdoor kunnen we onze leerlingen oefeningen aanbieden op hun eigen niveau en krijgen ze onmiddellijk feedback. De werkboeken wiskunde verdwijnen vanaf het vierde leerjaar, zodat we onze leerlingen leren om notities te maken. In tegenstelling tot wat je zou denken leidt de digitalisering tot heel wat meer schrijfwerk (en dat is een positieve evolutie).

De aanpak is vastgelegd in 9, wetenschappelijk onderbouwde, didactische cahiers :

  • Getalbegrip
  • Optellen en aftrekken
  • Vermenigvuldigen en delen
  • Meetkunde
  • Meten
  • Tabellen en grafieken
  • Verhoudingen en procenten
  • Kommagetallen
  • Breuken